De beleggingsassistent in de media

Beleggingsassistent tegen de vermogensbeheercowboys

„Beleggers willen vooral een eerlijk advies”

Van een onzer verslaggevers

AMSTERDAM – Ook beleggers die hun geld door een bank hebben laten beheren, zijn door de beurscrisis geschoren. De onvrede is groot. Vermogende klanten kijken in toenemende mate naar kleiner gespecialiseerde vermogensbeheerders. Maar ook hier zit koren tussen het kaf, menen de drie oprichters van adviesbedrijf De Beleggingsassistent. „Wij adviseren klanten welke vermogensbeheerder het beste bij hen past, zorgen er in ieder geval voor dat ze niet bij een cowboy terechtkomen”, aldus Daan Heslenfeld. „Ja, die heb je ook in deze branche.”

Ralf op de Weegh. Marvin Koster en Daan Heslenfeld hebben geen gebrek aan ambitie. Met De Beleggingsassistent willen ze uitgroeien tot een „soort Independer, maar dan voor beleggers”. Voor beleggers die hun kapitaal door anderen willen laten beheren. Normaliter vervullen vooral de grootbanken die dienst, maar het aantal teleurgestelde klanten is daar groot, meent Heslenfeld.
De afhakers zoeken liever een kleinere partij, een specialist. Maar wie kies je? Het zou zuur zijn als de toch al gehavende portefeuille in handen te valt van een ondeskundige of erger louche partij. Als particulier is het vaak lastig om door de mooie praatjes heen te prikken, weten de drie oprichters van De Beleggingsassisten maar al te goed. Jarenlang werfden ze namelijk zelf klanten voor een middelgrote vermogensbeheerder. „In gesprekken met klanten kregen we steeds vaker te horen: ’mooi verhaal, maar dat zou ik ook wel eens van iemand willen horen die onafhankelijk is. Beleggers willen vooral een eerlijk advies’.”

Het was vorig jaar de inspiratie voor de drie om hun bedrijf te starten. Gezien de kredeitcrisis die vervolgesn losbarstte geen ideale timing, zo geeft Marvin Koster toe, maar „we moeten het vooral van de onvrede onder beleggende klanten van banken hebben. En die onvrede is fors gegroeid. We hebben inmiddels zo’n 150 aanvragen voor bemiddeling. De grootbanken zien klanten toch in eerste plaats als afzetkanaal voor de eigen producten, voor de huisfondsen. Hun advies tijdens de crisis was ’stil zitten als je geschoren wordt, het wordt beter’. Logisch, de bank blijft geld verdienen zolang je in de huisfondsen blijft zitten.”

Een overstap naar een kleinere vermogensbeheerder is echter niet per definitie een succes. Heslenfeld: „Er zijn cowboys, we hebben alledrie in de branche gewerkt en kennen ze. Partijen die hun klanten in een illiquide belegging laten stappen. Of met hun hele kapitaal in gestructureerde producten.” Onverantwoord menen de drie. Partijen die te hoge kosten en te hoge risico’s kennen, de gevolgen zijn voor de klant.
Het beleggingsbeleid kan onderling ook flink verschillen. Bij de ene vermogensbeheerder is een defensieve strategie iets heel anders dan bij de ander. „Je ziet dan toch nog dat er bijvoorbeeld nog flink in aandelen wordt belegd. Daar krijgen wij kippenvel van”, aldus Heslenfeld.
Ook zijn er vermogensbeheerders die zich er wel erg gemakkelijk vanaf maken. Kiezen wat fondsen op Morningstar.nl en komen met Fortis Obam op de proppen. Omdat het fonds vijf sterren had. Op de Weegh: Inmiddels zijn er daar vier af, wegens de enorme koersdaling. Niets makkelijker dan het vermogen in een paar belegginsgfondsen te kieperen. maar of dat nu een toegevoegde waarde biedt? Veel beleggers prikken daar niet doorheen, is onze ervaring.”

De drie kozen uit het verrassend grote aanbod van vermogensbeheerders in Nederland vijftien partijen. Op de weegh: „Waar we bij wijze van spreken onze eigen familie zouden durven onderbrengen. Onze criteria staan op de website. We letten op onafhankelijkheid – dat ze niet alleen eigen productenten verkopen – naar de kosten, maar natuurlijk ook naar het het beleggingsresultaat.
Heslenfeld: „We praten eerste met de klanten over diens wensen, zijn risciobereidheid en stellen een geschikte kandidaat voor. We gaan desgevraagd mee met de eerste gespreken en blijven daarna periodiek de vinger aan de polis houden.” De drie ontvangen voor hun bemiddeling provisie van de gekozen vermogensbheerder. „Die fee is echter steeds even hoog, zodat we er geen financieel belang bij hebben waar de klant uiteindelijk terecht komt. Het is ook niet zo dat door onze tussenkomst de kosten hoger zijn,. Als de klant direct naar de vermogensbeheerder was gegaan, had hij dezelfde tarieven betaald.”

bron: Telegraaf, 22 februari 2009